Donderdagavond was ik een van de laatste in de Plus, met nog een half uur te gaan voor sluitingstijd. En net als elke andere winkel betekent dat het goed betaalde personeel dan al bij de deur staat, en het minder goed betaalde achter de kassa je staat weg te kijken.

Nadat ik door de schuifdeuren was en de dame bij de deur begroette, had ik nog 29 minuten. Meer dan genoeg. Mandje gepakt, via brood, fruit, de wijn naar het vlees. Alleen kwam ik bij de afdeling schoonmaak uit.

Er hing een lekker fris chemisch luchtje en een man met een witte jas aan was aan het schrobben. De groene en gele bakjes met rode massa kregen zo toch een heel andere beleving. Een flashback naar mijn studietijd in Amsterdam. Bewegingswetenschappen, en daar hoorde ook een serie snijzaal practica bij. 

Goed, het rook nog niet naar formaline zoals in de snijzaal, maar wel naar een oerwoud van lavendel. Precies die geur die ook in driekwart van alle handzeep zit. Dus ook die van de uni. Enfin, je snapt de link. Fijn dat die link dus ook in de supermarkt naar boven kwam, net op het moment dat ik nog voor drie dagen vlees moest uitzoeken.

Nomnomnom.

Dat werd dus falafel op die donderdagavond. Geen paniek, vrijdag was er alweer gewoon worst, een lekker onherkenbaar stukje vlees.