Van Abbe, Oorlogs- en het Philips Museum: persoonlijke verhalen brengen een museum tot leven

Hoe zou jij een museum invullen?

Pak eens een onderwerp dat dicht bij je ligt, uit je werk of hobby, en denk daar eens over na. Wat zou je laten zien, en hoe? Ga je werken met vitrines? Projecties? Wat zien bezoekers als ze door de voordeur binnenkomen, wat onthouden ze als ze door die deur weer weggaan?

Denk eens na over de verschillende type musea die mogelijk zijn, het publiek waar die zich op richten & de invulling. Zo heb je kunstmusea, musea rondom een thema zoals een stuk historie of wetenschap, en ook steeds meer corporate musea: rond een merk, een organisatie of bedrijf. Kortom:

Wat is het verhaal dat je wil vertellen,
aan wie wil je het vertellen en
hoe ga je het vertellen?

Hét kunstmuseum van Eindhoven: het Van Abbemuseum

Als eerste illustratie: het Van Abbemuseum. Dit Eindhovense museum richt zich op hedendaagse kunst en richt zich al vanaf de opening in 1936 op een breed publiek. In 2003 is het museum vernieuwd met een nieuwe vleugel waardoor het vloeroppervlak steeg tot een 10.000 vierkante meter. Veel ruimte voor objecten & veel muren voor doeken.

Centraal bij het opzetten van de exposities staat bij het Van Abbe het aan het denken zetten van de bezoekers. Oud & jong. Niet alleen kijken, maar ook iets meegeven. Zo hing er van mijn dochter op 4-jarige leeftijd al een nagemaakt kunstwerk in een ruimte: haar eerste kennismaking met interpretatie en concepten. En daarmee zijn ook de ouders weer geraakt.

Roos met Flip de Beer

Het opstellen van een expositie is in een kunstmuseum als het Van Abbe een flinke klus. Wat is het verhaal wat er verteld moet worden, en hoe? Wat voor objecten zijn er mogelijk en beschikbaar? Het museum heeft een flink eigen archief om uit te putten, maar kan er ook gebruik gemaakt worden van stukken uit andere musea of zelfs iets specifieks voor deze expo gemaakt worden. Hoe krijg je deze bij elkaar?

In de uitgave ‘Mensen en cijfers‘  van het Van Abbemuseum lees je meer over wat er allemaal bij komt kijken vanuit verschillende invalshoeken. Niet alleen artistiek, maar ook economisch, zowel in tekst als in een soort stroomschema. Aanrader.

Oorlogs- en Verzetsmuseum: van verzameling naar het juiste perspectief

Als tweede illustratie: Op 5 mei bracht ik een bezoek aan het Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon. Een museum wat haar oorsprong heeft in de Slag om Overloon aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. In de bossen rond Overloon vond een zware veldslag plaats, de enige tankslag op Nederlands grondgebied. Hoe houdt zo’n themamuseum de rode draad vast en vooral: hoe komt de boodschap van een mensenleven geleden over?

Oorlogsmuseum Overloon

Dit museum is net zoals het Van Abbemuseum recent ook flink uitgebreid. Voorheen stond oud wapentuig buiten in een bosrijke omgeving waar bezoekers doorheen wandelden. Dat materieel is nu verplaatst naar een aantal nieuwe hallen met een oppervlakte van 10.000 m2. Een collectie die zich alleen maar lijkt uit te breiden en dat geeft direct het probleem weer: Een tank zet je minder makkelijk in een archiefkelder dan een schilderij. Dat is dan de grootste uitdaging voor dit museum: rijen vol materiaal is nog geen goede expositie.

Zij hebben de oplossing gezocht in diorama’s van enkele veldslagen. Maar het meeste impact wordt gemaakt met een tweetal belevenissen: Een schuilkelder tijdens een bombardement en een bunker waarin drie lastige keuzes worden voorgelegd. Meer informatie hierover op Tikfout.nl en van de bunker in de video hieronder.

sitestat

Het zijn slechts twee elementen, maar genoeg om de rest van de statische expositie in het juiste perspectief te plaatsen. Die stoere groene blokken staal hadden een doel en enorme impact op de levens van vele mensen…

Op 6 februari 2019 bracht ik samen met mijn dochter Roos een nieuw bezoek. Lees hier meer!

Philips Museum Eindhoven: klein maar met toekomst

Een klasse die je steeds vaker ziet: corporate musea, die een merk of organisatie belichten. In Eindhoven heb je bijvoorbeeld het DAF-museum en sinds kort ook het Philips Museum. Bij de opening van deze laatste was ik een van de gelukkigen die daarbij mocht zijn. Ik kreeg een exclusieve preview met extra uitleg, en stond vooraan bij de laatste officiële handeling van prinses Beatrix als zijnde koningin.

Wat laat je in zo’n museum zien? En denk ook aan de laatste vraag: voor welk publiek? Zeker bij een bedrijf als Philips is er een enorme diversiteit aan producten, zowel onder te verdelen in functie, design als tijdsbeeld. Of laat je juist de ontwikkeling van het bedrijf zien? Van het kleine fabriekje aan de Emmasingel in Eindhoven, het Natlab, de periode in de oorlog, de bouw van het Evoluon en de enorme groei (en later ook krimp) daarna? Of juist de keuzes, visie en impact op de samenleving, toen, nu of in de toekomst?

Een hele lastige keuze. Je zult nooit iedereen tevreden stellen. Het bedrijf Philips bestaat al sinds 1891: een tijdspanne van meerdere generaties. Zoveel kanten aan het bedrijf en vooral zoveel persoonlijke herinneringen.

Groot in de kleine herinneringen

Zeker rond Eindhoven heeft iedereen wel een opa of oom die gewerkt heeft bij Philips. Het bedrijf heeft een enorme impact gehad op de groei van de stad. Het gat in de stad – letterlijk en figuurlijk – na het sluiten van de fabrieken en het verhuizen van het hoofdkantoor heeft Eindhoven een geheel nieuw gezicht gegeven. Maar het Philips museum is geen Eindhovens of historisch museum.

Natuurlijk wordt deels tegemoet gekomen aan de bezoeker met deze historische blik, met een tijdspad en enkele vitrines met oude producten en memorabilia. De verhaallijn ligt echter op de fases van het bedrijf. Van het eerste fabriekje tot de toekomst waar het bedrijf zich nu op richt. Hoe typeer je die fases, de keuzes van het bedrijf, de tijdsgeest, de ontwikkelingen en het samenspel met de samenleving? En vooral: hoe breng je dat tot leven?

Overloon dus met de ‘bunkers’ en de diorama’s en het Van Abbe met de schoolprojecten. Het Philips Museum vult dat vooral in met het oude fabriekje en enkele sfeerkamers. Het oude fabriekje is te zien zoals het ooit startte, in beeld gebracht met touchscreens die het virtueel tot leven brengen. Sfeerkamers ingericht met de meubels, het behang en de apparatuur uit een bepaalde tijd, bijvoorbeeld een tienerkamer met Ziggy Stardust aan de muur en een kleine platenspeler.

Tienerkamer uit de tijd van Ziggy Stardust met Philips platenspeler

Wat? Had jij geen TV op je eigen kamer?

Nog sterker zou het zijn als je die platenspeler aan kon zetten. Zelf. Met een deur op de kamer die op slot kan en je overal aan kan zitten. Met uitleg van je pa of opa, mocht je zelf niet weten hoe je die naald in de groef van die zwarte schijf moet laten vallen.

Die herinneringen , die kleine verhalen van iemand die dichtbij je staat, die brengen het pas echt tot leven. Zal ik straks mijn kinderen kunnen uitleggen hoe blij ik was met mijn eerste walkman? Ik kreeg een luxe, met fm-radio, wat wel betekende dat ik heel stil moest blijven zitten voor goede ontvangst. En dat ik ooit een oude zwart wit TV op mijn kamer kreeg, met daarop een ronde antenne? Pas veel later wist ik te sparen voor een CD-speler. Zonder afstandsbediening, dat was nét te duur.

Klik een punt aan en je ziet wat daar gebeurde

Nu ik erover nadenk, ook in Overloon liepen ouders elk verhalen over de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Zij gaven hun beeld door aan de volgende generatie en haalde daarmee zelf de herinneringen van (en aan hun) opa’s en oma’s terug. Zoveel waarheden kon je horen, die samen een groot collectief geheugen vormen,. Dat moet je eigenlijk als museum verder stimuleren, zonder het te stroomlijnen of standaariseren, alleen zien te vangen en opnieuw vertellen. In het Van Abbe gebeurde dat al door het schoolproject.

Ongetwijfeld brengt het Philips Museum ook nog veel van dat soort herinneringen los. De vele objecten in het museum, zoals de oude radio’s & beelden van de oude fabrieken op Strijp-S, maar ook juist de hightech MRI-scanner of LED-verlichting: stuk voor stuk met grote impact op het dagelijks leven van je oma, pa of jezelf. En dat verhaal brengt het museum tot leven.

Dat geldt dus voor het Van Abbe met de kinderprojecten, het Oorlogsmuseum met de bunkers, en ook het Philips museum kan putten uit de verhalen van de vele werknemers en consumenten. Zouden ze die verhalen weten te vangen? Want hoe groot de boodschap ook is: Die kleine persoonlijke verhalen zijn noodzakelijk om de museumbezoeker echt te raken. Welk museum ben jij recent geweest en wisten ze je daar te pakken? 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.