Een weekend Knokke aan de Belgische kust in januari, je moet een beetje geluk hebben met het weer. Zonnen op het strand zal er niet in zitten, maar daarom juist des te meer rust en ruimte op de stranden voor een stevige wandeling. Zo ook tijdens ons weekendje!
Vanuit ons huisje (zeg maar gerust huis, tip: Zalig aan Zee, wij zaten op de Meerlaan) fietste ik over de dijken en door de modder naar Cadzand en terug, waren we in 10 minuten te voet op het strand en met de auto bij het Zwin. Op zich ook te voet prima te doen in een half uur, maar met kinderen bij was dat toch net teveel, bedachten we ons.
Dat bleek meer dan een goede keuze, want bij ZWIN Natuur Park ben je wel even zoet. Niet alleen wandelen door de zwinvlakte zelf, ook het tentoonstellingsgebouw en een speciale wandelroute maakt het heel bijzonder. Deze laatste elementen zijn in 2016 geopend, dus eigenlijk spiksplinternieuw.
En dat terwijl het natuurgebied zelf al in 1952 gesticht door graaf Léon Lippens: het eerste natuurreservaat van België. De historie gaat trouwens nog verder: tot in de 12e eeuw was dit een zeearm waarover schepen van de Noordzee naar Brugge voeren. Voor wie de landkaart van dit stukje niet op zijn netvlies heeft: Nu kun je bij laag water te voet van België naar Nederland lopen.
Maar eerlijk is eerlijk, we kwamen dan ook om te wandelen. Waarom zou je dan entree betalen om door de natuur te lopen, als er ten zuidwesten van het park ook gewoon vrij toegankelijke wandelroutes door de duinen zijn? We wilden ons natuurlijk niet laten kennen als ‘zuinige Hollanders’, dus we gingen toch naar binnen. Al was het alleen maar omdat de dames van ons gezelschap mooie nieuwe laarzen hadden gekocht. Ze hadden zich al ingelezen namelijk: laarzen of waterdichte schoenen waren aangeraden.
Terecht, zo bleek. Waterdichte wandelschoenen, daar red je het ook wel mee, als ze maar hoger zijn dan je enkels. Er stroomt en staat genoeg water op de grasvlaktes en tja, soms is de weg terug best ver. Je loopt langs de geulen, langs uitkijkposten en meer. Mocht je van plan zijn te gaan, bekijk ook zeker de agenda. Tijdens ons bezoek waren er meerdere gidsen aanwezig voor tekst en uitleg. Zoals bij de voederhut, waar de gids honderduit vertelde over de vele verschillende vogels (en een paar verwende eekhoorns) die op een meter afstand van het spiegelglas in de zaden zaten te pikken.
Tentoonstelling Zwin-trekvogels
Het bezoekerscentrum zelf maakte het geheel af. Een ruime hal met een expositie over de vogeltrek. Het Zwin noemt zichzelf dan ook een internationale luchthaven voor vogels. Ganzen, ooievaars, grutto’s en nog veel meer stoppen hier op het trektocht van en naar het Zuiden. Daar speelt de expo handig op in: bij het binnentreden krijg je een instapkaart waarmee je op veel plekken kunt inchecken.
Als eerste bij een overzicht van de meest voorkomende vogels op de vlakte. In mijn geval werd dat een Rosse Grutto. Dat is dan vervolgens jouw personage bij de verschillende interactieve stations. Zo krijgt iedereen zijn eigen verhaallijn. Vlieg als een vogel, zoek je eigen eieren en veel meer. En samen…. weet je dan alles. Bijna dan. Tijd tekort!