Uit het archief: Met de bus

Het was koud, er lag sneeuw. Het bushokje leek geen bescherming te bieden tegen de ijskoude wind. Dwars door mijn 4 lagen kleding heen en naar het scheen ook door de platen van het hokje. Ik stond te rillen als de nieuwste Nokia die twee oproepen tegelijk krijgt. Maar uiteindelijk. Na 10 minuten wachten kwam het gele gedrocht! Lijn 4 richting station.

Het opengaan van de deuren was een voorteken voor wat komen zou. Traag als de kaken van een zeemonster dat zijn prooi ziet gingen ze open. Een schimmig figuur wierp een kwart seconde een blik op mijn OV. Dat viel mee. Maar vanuit de bus loerde een groter kwaad…De bus viel te vergelijken met een grot. Een grot vol bloeddorstige vleermuizen, spiedende ogen in het donker. Het was niet druk, maar ook niet rustig. Op elk bankje zat één iemand. Ai. De ogen keken je net niet aan, met zo’n blik van jij komt hier niet zitten. Als blikken konden doden, zou Bush die bus aanvallen wegens het illegaal bezit van een massavernietigingswapen. En dat is niet overdreven.

Maar ik liet me niet kennen! Natuurlijk niet! Eens even kijken, wie is er kleiner? En ik ging zitten. “Die is bezet”. Pardon? “Ja, bezet. Over een halte komt een vriendin van me.” En twee haltes verder was het station…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.