Uit het archief: roadmovie

Maandagochtend, je oogleden zijn zwaar. Je staat met een bakje koffie in je verkrampte klauwen op het perron. Expres ga je niet zitten. Ten eerste is dat bankje voortaan van staal en dus ijskoud, ten tweede moet je dan nog meer moeite doen om niet weer in slaap te vallen.

Maar ineens schiet je wakker. Ding dong! “Wegens een nog onbekende reden rijden er geen treinen tussen Eindhoven en Den bosch, en Eindhoven en Tilburg. Zodra er meer bekend is, lichten wij u zo spoedig mogelijk in.” Ogen als schoteltjes. Twee slokken koffie ineens in je keelgat. AU! TERING! Maar je houdt je in. Je wilt met je scheldkannonade geen trend zetten in het overvolle wachtlokaal.

En nu? Hopen dat het tijdelijk is? Ik heb de bus naar Den Bosch gepakt. De citybus, die uiteindelijk door geen enkele city komt. Via elk dorpje. Als ik zou wachten op de officiële bussen, rekening houdend met de aso’s die waar ze ook staan uiteindelijk altijd als eerste in de bus zitten, in combinatie met mijn tas en de duur voordat ik dan aan de beurt zou zijn, zou ik zelfs nog meer tijd kwijt zijn. Mijn eigen roadmovie.

Stereophonics in mijn discman en mijn Brabantse roots kregen weer water. Veel water. Mooie omahuizen gezien. Van die huisjes met aparte daken. Doorkijkhuizen, tuinen. Het zou het uitzicht van een film kunnen zijn. In St Oedenrode liep een vrouw met kinderwagen dwars door een groep rotganzen (zo heten ze nu eenmaal) die vervolgens allemaal bleven staan en naar haar bliezen. Waarom had ze zo´n haast? Zitten de ganzen er altijd?

In St Michelsgestel een parkeerplaats heel apocalyptisch vol lege SRV wagens. Geen kinderen van de melkboer meer dus in Brabant! Het kerkhof ligt naast de kerk, midden in het dorp. Niets wordt weggemoffeld. Zo is het leven en de dood valt niet ontkennen door het bouwen van een crematorium ergens op een industriepark. Smalle straatjes, grote huizen. Grote tuinen, kleine appiehappies. Kleine aparte winkels. Niet die eenheidworst: geen vendex of bijenkorf keten te bekennen. Waar het meisje van de slagerij ook het meisje van de disco is.Geef mij maar dat soort beelden.

De stad is lelijk, wat dat betreft. Tuurlijk, als je jong bent heeft de stad veel te bieden. Uitgaan, winkels en meer. Althans dat lijkt. Maar daarom moet er ook een stad op fietsafstand zijn. Om te wonen is het na je studententijd niks in Amsterdam. Te duur, te ongezellig. Lelijk en kil. Grijs, op wat mos na geen groen te zien. Ja maar wij hebben toch het Vondelpark, het mooiste park van Nederland? Laat me niet lachen. Dat moeras is voor de meeste Amsterdammers net zo ver fietsen, excuus met de tram, als de hei, het bos of het veen voor iemand in een dorp. En die genieten dan van een veel groter gebied. En duizend keer divers.

Als dat niet zo is, kan iemand dan mij uitleggen waarom zoveel mensen na in de stad gewoond en gewerkt te hebben ineens in de provincies gaan wonen? Waarom lopen de vakantieparken zo goed? Je zit er in een klein verrot huisje, je slaapt op te harde bedden en ´s nachts is het koud. Maar je zit wel tussen de bomen. Uitgezette eenden lopen zo tam als een konijn op je af. Gezellig met iedereen wandelen. Verdwalen kan niet, je loopt gewoon achter het gezin voor je aan. Nou. Hoi.

Alleen een beetje jammer dat die bus er meer dan een uur over doet, en de treinen ineens weer wil gingen rijden. En ik dus een half uur later was dan als ik was blijven wachten. Nou ja, jammer? Ik kan er weer even tegen. Ik schiet niet meer in het verweer, maar kan weer gewoon iedereen uitlachen die het heeft over de boeren in Brabant, of die stomme Friezen en Tukkers. Houden zo, die mening! Dat ze vooral in de Randstad blijven!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.